49 eerstejaars Neerlandistiek aan de VU: geen aprilgrap

Op 1 april heb ik bij de HOVO aan de VU de cursus Nederlandse literatuur (over de Tachtigers) afgesloten. 49 studenten hadden zich ervoor ingeschreven, en dit is geen aprilgrap. Ik heb niet naar hun leeftijd gevraagd, maar zo te zien was er niemand bij die jonger dan 60 was. Het waren geweldige studenten, die zich verdiepten in de stof, die de werken lazen die ik aanbeval en die goede vragen stelden waar ik vaak geen kant-en-klaar antwoord op kon geven. Ja, ouderen kunnen dus wél Nederlands studeren aan de VU, voor de jongeren is dat niet meer weggelegd.

Zelf mag ik geen cursussen meer geven aan gewone studenten. Dat voorrecht werd me afgenomen toen ik de 65 bereikte. Een gastcollege af en toe is nog toegestaan, maar toen ik verleden jaar een tutorial van een research-master-student begeleidde, moest een jongere collega het cijfer en het aantal studiepunten dat ik gaf invullen, ondertekenen en inleveren. Wat hij blind en zonder controle deed.

Hoe kan het nu dat er wel enthousiasme is onder senioren, en de jongelui het af laten weten bij de inschrijvingen? Natuurlijk is er verschil: de ouderen hoeven geen tentamens te doen, geen papers in te leveren, ik controleer niet of ze aanwezig zijn, ik controleer niet of ze de boeken gelezen hebben die ik aan de orde wil stellen. Ze krijgen ook geen doodsaaie artikelen voorgeschoteld met theoretische modellen. En voor mij is het leuke dat ik gewoon kan zeggen wat ik mooi vind – en ik onderbouw dat losjes door op de techniek van het vertellen of de taal te wijzen.  Natuurlijk wijs ik ook op begrippen als ‘framing’ en ‘literaire positionering’, maar in het algemeen hou ik me aan de klassieke literatuurgeschiedenis.

Zijn er lessen te trekken uit de belangstelling van ouderen voor neerlandistiek, in dit geval dus specifiek de aandacht voor Nederlandse literatuur? Lessen die voor aanwas van reguliere studenten zouden kunnen zorgen? Niet veel denk ik. De senioren komen naar de literatuurcolleges omdat ze vroeger goed literatuuronderwijs gekregen hebben. Ze willen de kennis uit het verleden die nog met brokstukken in hun geheugen zit restaureren, en aanvullen met de kennis die ze  tientallen jaren lang opdeden. Dat zijn jaren  waarin ze los en vast literatuur lazen, meestal naar aanleiding van stukken in NRC of De Groene, of omdat ze een aanbeveling hoorden zaterdagochtend op NPO 1 of zondagochtend bij VPRO Boeken. Ze zoeken naar verbanden tussen dat wat hun geheugen van de middelbare school behouden heeft en dat wat er allemaal bijgekomen is.

Dat is niet de motivatie van de weinige eindexamenkandidaten die wel voor Nederlands gekozen hebben. Zij hebben gedeformeerde literatuurlessen gekregen en legden een mechanisch in te vullen eindexamen af. Alleen als zij een bevlogen leraar hadden, of misschien een grootmoeder die colleges bij de HOVO volgde, kiezen zij nog voor neerlandistiek. Eén les slechts kan ik de huidige Neerlandistiek meegeven vanuit mijn ervaring bij de HOVO:  geneer je niet om te laten merken dat je door  literatuur bewogen kunt raken. Want dat is waar we toch eigenlijk allemaal naar zoeken.

 

Marita Mathijsen

Over maritamathijsen

Als emeritus hoogleraar ben ik verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. Zie voor mijn publicaties op de website van de universiteit. Colleges geef ik nog in het buitenland, gastcolleges voor mijn eigen Universiteit en voor de Illustere School (HOVO UvA). Januari 2018 verscheen mijn biografie van Jacob van Lennep. Hij werd zeer goed ontvangen en genomineerd voor de Biografieprijs en de Geschiedenisprijs. In 2021 kwam uit: L. De lezer van de 19de eeuw. Ook dat is heel goed ontvangen. Nu werk ik aan een biografie van Betje Wolff.

13 Reacties op “49 eerstejaars Neerlandistiek aan de VU: geen aprilgrap”

  1. Harry Lake zegt :

    Zeer interessant stuk (maar ik ben niet vebaasd!).
    Harry Lake (Neerlandistiek/Germanistiek, Cambridge 1968)

  2. A.C.Driessen zegt :

    Als een van uw studenten, vulde ik het HOVO enquêteformulier in en registreerde me dat ik nog meer aan uw colleges heb gehad dan ik tijdens de cursis al dacht. Tevens mijn waardering voor de nagestuurde presentaties met extra links.
    Tevens stelde ik een dergelijk college over de 50-tigers voor.
    En een collegereeks met als Thema OPRUIMEN: welke literatuur, boeken , uitgaven ruim ik op (en hoe? ) en welke behoud ik. Een probleem voor menig HOVO-cursist. Ik stel me daarbij een literatuurreis voor langs de belangrijkste werken uit de 18-de,19-de,, 20-she eeuw gekozen door docent en cursisten.!!!
    Ik vermeldde u als iemand die de kennis en de interactieve gaven heeft om dat te doen. Hopelijk ook de animo en de tijd.
    Hoop dat deze reaktie hier op zijjn plaats is.
    A. .Driessen

    • J.C.van heuven zegt :

      Het voorstel voor het college OPRUIMEN vind ik een geweldig goed idee!
      Er zijn vast vele ouderen die kampen met uitpuilende boekenkasten en willen opruimen. Maar waar te beginnen? Zo’n college zou ook kunnen stimuleren om bepaalde boeken juist niet weg te doen, maar te gaan herlezen.
      Ik kijk er reikhalzend (een typisch seniorenwoord?) naar uit!

  3. Anna Kruger zegt :

    Weet jij Marita dat er een advertentie met jouw bericht meekomt??

    Met vriendelijke groet, Anna Krüger +31(0)620477945

    >

  4. ad boer zegt :

    Het lezen van de biografie van Jacob van Lennep maakte mij nieuwsgierig naar de rest van de 19e eeuw en naar Marita. Voor mij was die 19e eeuw saai en burgerlijk en renteniersachtig en zowel door Marita’s Jacob van Lennepbiografie als door haar collegecyclus over de ‘Tachtigers’ ben ik daar totaal anders naar gaan kijken. De 19e eeuw is voor mij veel rijker geworden dan de literatuur van Multatuli en Couperus mochten bewerkstelligen.
    Je plezier in het schrijven en het verzorgen van de cyclus vond ik weldadig. Vooral de kruisingen met en de verwijzingen naar de schilderkunst, de muziek en de architectuur gaf het geheel een extra glans.
    Dank Marita!

  5. Miek Smeets zegt :

    Heb jaren gelden aanschuifonderwijs al PS 50+er gevolgd in Nijmegen, gewoon in de collegebanken, en ook tentamens gedaan. Dit in 2 vakken die aansloten bij mijn talige Engelse voorgeschiedenis. Die colleges betroffen neurolinguistiek en afasie.
    Idee voor faculteit Ned om collegezalen te vullen?

  6. Hermine Dekkers zegt :

    Kan deze collegeserie nog eens worden herhaald bij HOVO Rotterdam?

  7. H.C. Kamps zegt :

    Kennen jullie “Feest der Poëzie”? O.a. in het Pianolamuseum geven zij interessante programma’s over o.a. de Tachtigers, Couperus etc. Opperhoofd is Simon Mulder, die overigens ook fantastisch kan voordragen..
    Een paar jaar geleden heb ik bij Marita Matthijden ook al met veel plezier een cursus gevolgd via Spui 25

  8. maritamathijsen zegt :

    [Dit stuk plaats ik namens iemand die anoniem wil blijven]
    1. Rechten van gepensioneerden. Het is natuurlijk schokkend, dat volgens regelneven in Den Haag ieder die 65 wordt er economisch niet meer toe doet (behalve voor de belastingdienst natuurlijk), maar dat een pensioengerechtigde die waagt zich op cultureel gebied te bewegen, ook niet meer mag meetellen.
    2. Verplichtingen. Dat de senioren meer belangstelling hadden voor uw cursus over de Tachtigers aan de VU, dan het overgrote deel van de middelbare school leerlingen heeft voor het literatuuronderwijs Nederlands dat zij ontvangen, kan – maar hoeft niet – alleen te liggen aan gedeformeerde literatuurlessen op de middelbare school. Het verschil in verplichtingen überhaupt tussen gepensioneerden enerzijds en leerlingen van middelbare school, universiteit, beroepsonderwijs en beroep anderzijds kan nauwelijks groter zijn.
    3. Leestijd. Dat het bestaan van verplichtingen ten koste gaat van de tijd die kan worden besteed aan het vrijwillig lezen van boeken is duidelijk, maar blijkt ook uit een van de gegevens die ik ontleende aan het boek “Lees:Tijd, Lezen in Nederland” (Sociaal en Cultureel Planbureau. Den Haag, januari 2018) zie de BIJLAGE “LeesTijd – web.pdf” en met name de BIJLAGE “Tabel 4.1 Sociale verschillen in leesgedrag in 2015” (overgenomen uit LeesTijd). En daar komt de concurrentie van vooral de snelle informatie op internet nog bij.
    4. LagereSchool leeftijd. De tabel over sociale verschillen in leesgedrag in 2015 betreft lezers van 13 jaar en ouder. Dat is m.i. een nogal laat startjaar, als kinderen in ieder geval vanaf hun zesde jaar al hebben leren lezen. Wat boeken lezen betreft, van mijzelf weet ik in ieder geval dat ik ergens tussen tien en twaalf jaar mijn helden Winnetou en Old Shatterhand inruilde voor die in “Het Slot Loevestein” en “De Schaapherder” van Oltmans. Ik kan moeilijk geloven dat mijn klasgenoten buiten schooltijd helemaal niet lazen.
    5. Voorleestijd. Om te bevorderen dat kinderen zelf verhalen en boeken willen gaan lezen is uiteraard nodig dat er voordien voorgelezen wordt en dat kinderen geboeid worden door de inhoud. Dat was vroeger een taak van de ouders en ik herinner mij dat ik zelf dol was op het “verhaaltje voor het slapen gaan”, vooral als dat ging over “Winnie-The-Pooh” (in Nederlandse vertaling). Sinds kinderen met vier jaar naar school gaan, zou men verwachten dat althans vanaf vier jaar op school ook voorgelezen wordt. Maar het lijkt er niet op dat dit ook gebeurt: Noch voorlezen, noch luisteren naar muziek is opgenomen in het programma, zie de BIJLAGE “Basisonderwijs Groep 1 – Wikipedia”.
    6. Identiteitsvorming. Terug naar de MiddelbareSchool leeftijd en m.n. naar de leerlingen die er wel mee doorgingen boeken te lezen in hun vrije tijd. Wat dreef hen ertoe, en wat lazen zij? Bijvoorbeeld, sommigen misschien puur ter ontspanning, anderen om meer te weten te komen over zichzelf door biografieën te lezen over mensen in het verleden aan wie zij zich wilden spiegelen, en weer anderen omdat verhalen en boeken van Nederlandse auteurs hen zozeer boeiden, dat zij die zelf wilden kunnen schrijven. Het zijn degenen die behoren tot laatstgenoemde categorie die Neerlandistiek zouden willen gaan studeren.

    Ik zie uit naar uw volgende stuk, over wat dan ook.

    N.N.

Plaats een reactie