Hoe de hitte Jacob van Lennep een graf in Oosterbeek gaf…

grafJacobvanLennepoosterbeek-hotel-schoonoord-1860

(een overdenking zes dagen na Van Lenneps sterfdag)

In juli 1868 was Jacob van Lennep met zijn vrouw naar Oosterbeek gegaan, waar ze in hotel Schoonoord kamers betrokken. Zijn dochter Sara bezocht hem en met haar had hij als een jong veulen over heuveltjes gehuppeld.  Maar daarna werd hij ziek. Hij kreeg het benauwd, had last van jicht in zijn benen, die opzwollen en sliep slecht. Op 5 augustus bezocht zijn zoon Maurits hem en die was ongerust. Een dokter constateerde de volgende dag dat het hart niet meer goed functioneerde, en meende dat de toestand gevaarlijk was. Dat geloofde mama Van Lennep niet: omdat zij tien jaar ouder was (76 toen en dat was stokoud) ging ze ervanuit dat zij toch eerder dood zou gaan dan hij, en dat hij dus niet doodziek kón zijn. Inmiddels was de jongste zoon, Willem, overgekomen om te helpen met de verzorging. Zoon Maurits, die zeer vroom was, bezocht zijn vader opnieuw op 17 augustus. Maurits zag wél in dat het ernstig was. Maar hij beschouwde het als een blijk van Gods barmhartigheid dat vader een ziekbed had gekregen en dus tijd kreeg om zich van de aardse dingen af te wenden. De vrijmetselarij is echter een grote hinderpaal, schreef hij aan een vriend. Papa had tot verbazing van Maurits niet gespot toen deze hem onder ogen bracht dat God hem uit liefde ziek had doen worden, integendeel, hij had Gods almacht erkend. Tot dan toe had hij immers altijd alles kunnen schrijven en zeggen wat hij wilde, en plotseling kon hij dat niet meer. Papa, zo schreef Maurits in zijn dagboek, was die dag volkomen helder van hoofd. Hij zuchtte en steunde veel, maar zei dat hij geen pijn had. De 24e augustus kwam Maurits terug. Het ging hard achteruit. Willem en Maurits bleven in Schoonoord overnachten, hoewel er geen bedden meer waren. Ze gingen gekleed op de grond liggen, met een kussen onder het hoofd en een touw om de arm dat door de gang naar papa’s kamer liep, zodat hij er maar aan hoefde te trekken als hij hulp nodig had. Midden in de nacht trok hij aan het touw: of zijn zonen ervoor wilden zorgen dat een vrijmetselaarspakket dat nog in Amsterdam lag bij Prins Frederik kwam. Daarna ging het steeds slechter.  Vroeg in de middag van de volgende dag keek hij zijn vrouw diep in de ogen en zei: ‘Het is goed dat jij langer blijft dan ik, maar laat me niet te lang op je wachten.’ Tegen een uur of drie verloor hij het bewustzijn. Maurits schreef rond vier uur aan zijn vrouw: ‘het water is in de borst gekomen en de ogen zijn gebroken, zelfs de kleur is veranderd. Half zeven kwam de dokter: ‘papa heeft geen besef meer en ik weet niet of hij ons nog wel herkent; soms opent hij de ogen, maar er is niet veel glans meer in. De pols is zeer flauw. Hij lijdt niet maar voor ons is het pijnlijk om aan te zien.’ Om kwart voor 7 is hij stervende, de ademhaling stokt, om 7 uur overlijdt hij. ‘And so that great mind passed away,’ besloot Maurits zijn verslag.

Het was een hete zomer: de temperatuur liep op tot 34°. Het lijk kon niet in huis blijven, zei de pensionhouder nadat hij gecondoleerd had. Het hele hotel zat vol gasten en door de hitte begon de dode snel te ontbinden. Bovendien werkten talrijke vliegen zich  in de sterfkamer naar binnen. In de tuin was een loods en daar werd het lijk van de grote dichter heengebracht, tot afschuw van de familie, maar er was op dat moment geen andere oplossing.

Reeds twee dagen later werd Jacob van Lennep begraven op een plek die de burgemeester van Oosterbeek aanwees. Het was slechts een kleine plechtigheid. Drie zonen, de dokter en de pensionhouder waren erbij, maar onverwachts kwam er ook nog een oude vriend en dichter opdraven, Jan van ’s Gravenweert, die nog een paar woorden sprak bij het graf. Deze bejaarde dichter, die op Van Lennep’s sterfdag 78 jaar was geworden, zou twee jaar later naast Jacob een graf krijgen.

Als het die 25ste augustus 1868 minder warm was geweest, was Jacob van Lennep waarschijnlijk naar Amsterdam gebracht om daar in een van de familiegraven bijgezet te worden. Het monumentale graf met een buste van de schrijver en vrijmetselaarssymbolen op de sokkel werd een jaar later opgericht. Oosterbeek gaat er prat op.

Over maritamathijsen

Als emeritus hoogleraar ben ik verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. Zie voor mijn publicaties op de website van de universiteit. Colleges geef ik nog in het buitenland, gastcolleges voor mijn eigen Universiteit en voor de Illustere School (HOVO UvA). Januari 2018 verscheen mijn biografie van Jacob van Lennep. Hij werd zeer goed ontvangen en genomineerd voor de Biografieprijs en de Geschiedenisprijs. In 2021 kwam uit: L. De lezer van de 19de eeuw. Ook dat is heel goed ontvangen. Nu werk ik aan een biografie van Betje Wolff.

2 Reacties op “Hoe de hitte Jacob van Lennep een graf in Oosterbeek gaf…”

  1. marc de bruijn zegt :

    Volgens http://www.online-begraafplaatsen.nl staat er nu een kolossale plastic beschermkast om het graf van Van Lennep. Kijk, dan laat je zien dat je er zuinig op bent!

Plaats een reactie