Erotica. Offeranden op het altaar van Amor en Venus

erotica

Schreef Jacob van Lennep porno? Jaren geleden sprak een bejaarde hoofdbibliothecaris van de Amsterdamse Universiteitsbibliotheek me aan. Hij vertrouwde me toe dat Jacob van Lennep een bundeltje erotische gedichten had geschreven, waarvan slechts één exemplaar bewaard was, in de British Library. Van Lennep zou het pseudoniem Ko Cassandra daarvoor gebruikt hebben. De bibliothecaris wist dit van zijn voorganger, en wellicht had die het ook weer van een voorganger. De eerstvolgende keer dat ik in Londen moest zijn, vroeg ik het boekje op, dat in een verzamelband met andere Hollandse erotica zat. Het bleek 64 pagina’s ondeugende versjes te bevatten en uitgegeven te zijn in 1859 door de Amsterdamse uitgever Mulder II, specialist in pornografie en schendblaadjes. Ko Cassandra, dat was de naam waaronder het schandaalblad Asmodee altijd Van Lennep zwart maakte. Het blad noemde hem Cassandra omdat Van Lennep zichzelf in de Tweede Kamer in Den Haag met de voorspellende tovenares Cassandra had vergeleken, die door niemand geloofd werd maar toch gelijk kreeg. De lezers van dit bundeltje kregen versjes van dit soort toebedeeld:

Raadsel. Vraag:

Waarmede staat de flinkste en dapperste officier,

Gelijk aan eene maagd, teêr als een anjelier?…

Antwoord:

Dat beiden heet zijn van gedachten,

En er met grooten lust naar smachten,

Wanneer zij ’t maandlijksche verwachten.

Niet onaardig is een vers over de naaikunst:

Het naaijen is een wetenschap,

Waarin alleen de hoogste trap,

Behaald wordt door de vrouwen;

Hoezeer de man ’t te leeren poog’

En ’t werk heel ferm beginnen moog’

Hij eindigt met zijn’ kop te krouwen.

En zo gaat het nog een tijdje door: vooral in het ‘overnaaijen’ zijn vrouwen veel beter, terwijl mannen na het eerste werk verder ‘tot steken ongenegen’ zijn.

Hoe groot is nu de kans dat dit bundeltje inderdaad aan Van Lennep moet worden toegeschreven? Zou het denkbaar zijn dat Van Lennep naar een uitgever met zo’n slechte naam zou zijn gestapt en onder een herkenbaar pseudoniem zijn vrolijke versjes uitgegeven zou hebben? Dat Van Lennep erotische verzen schreef, is zeker. Maar als Van Lennep voor mannenvrienden werkelijk zoiets had willen laten drukken, is het ondenkbaar dat hij naar de uitgever zou zijn gegaan die ook Asmodee uitgaf. Daarin werd hij zo vaak gevild dat hij nooit met de uitgever daarvan een overeenkomst gesloten zou hebben. Wat het niet onmogelijk maakt dat er wel gedichten van Van Lennep in de Offeranden op het altaar van Amor en Venus staan. Hij schreef nog wel eens voor zijn vrienden snel een versje, en natuurlijk waren er daar erotische bij. Een afschrift daarvan kan in handen van Mulder II gekomen zijn. Het kwam geregeld voor dat uitgevers zoals deze een bundeling maakten van erotische gedichten uit diverse bronnen, en die dan aan één auteur toeschreven. Pieter Boddaert, die in het begin van de eeuw erotiek schreef, werd daar vaak voor gebruikt.

Wat dachten de lezers indertijd hiervan? De lezers van het Algemeen Handelsblad en het Nieuw Amsterdamsch Handels- en Effectenblad zagen opvallende advertenties over dit ‘allerjoligst boekje tot verkoeling in de hitte’. In een schendblaadje, De opmerker, werd het direct aan Jacob van Lennep toegeschreven. Maar daarop plaatste Mulder II een advertentie in het Algemeen Handelsblad, waarin hij aangaf het tot zijn plicht te rekenen dit tegen te spreken. In het andere blad zette hij echter een paar dagen later een advertentie waarin hij anders suggereerde: maar weinig dichters is het gegeven een echt galante toon aan te slaan in erotiek zonder plat, gemeen of liederlijk te worden. ‘Onze Ko Cassandra echter heeft met de hem eigene tact en talent deze klippen weten te vermijden’. Het staat er niet, maar iedereen zal daarbij toch aan ‘onze Ko van Lennep’ gedacht hebben. Bovendien stond er boven deze advertentie eentje voor de Galante dichtluimen van Willem Bilderdijk, ook een erotische dichtbundel van een bekende dichter bij Mulder II.

Reacties van Van Lennep zelf op deze streek zijn niet overgeleverd. Maar ik kan me voorstellen hoe hij gereageerd zou hebben. Zo reageerde hij eerder op een pamflet tegen hem: “had de schrijver de bundel maar naar me toegestuurd, dan had ik hem nog een paar suggesties voor verbetering aan de hand kunnen doen”.

erotica3

Over maritamathijsen

Als emeritus hoogleraar ben ik verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. Zie voor mijn publicaties op de website van de universiteit. Colleges geef ik nog in het buitenland, gastcolleges voor mijn eigen Universiteit en voor de Illustere School (HOVO UvA). Januari 2018 verscheen mijn biografie van Jacob van Lennep. Hij werd zeer goed ontvangen en genomineerd voor de Biografieprijs en de Geschiedenisprijs. In 2021 kwam uit: L. De lezer van de 19de eeuw. Ook dat is heel goed ontvangen. Nu werk ik aan een biografie van Betje Wolff.

4 Reacties op “Erotica. Offeranden op het altaar van Amor en Venus”

  1. corry gosker zegt :

    wat leuk ! wat heeft u een gedegen onderzoekje gedaan!

  2. Peter van Zonneveld zegt :

    Wie was je bron?
    Hans Reeser?

Trackbacks / Pingbacks

  1. Merkwaardig (week 11) | www.weyerman.nl - 12 maart, 2017

Plaats een reactie